Redactie | 25 Augustus 2005Meander over Bronwater
Diana Ozon - Bronwater
The eye of the beholder
door Milla van der Have
In de poëzie is het altijd kanten kiezen. Vorm of vent, podiumpoëzie of hermetica, kunst of commercie. Recensenten kiezen daarbij over het algemeen de kant van de kunst, het onbegrijpelijke, goed geconstrueerde vers, de vorm. Maar de commercieel meest succesvolle dichter die Nederland gekend heeft, gekeken naar oplages en herdrukken, is Nel Benschop.
Benschops poëtica en manier van dichten staat haaks op wat de canon voorschrijft. Bij Benschop stond de (christelijke) boodschap voorop en het gedicht was slechts een manier om die boodschap over te brengen, een medium, dat zonder die boodschap geen eigenlijke waarde had. Slechte poëzie? Misschien. Maar dan wel slechte poëzie waarin vele mensen troost gevonden hebben en die bijzonder goed verkocht. Beauty is in the eye of the beholder.
In Diana Ozons nieuwe bundel Bronwater is eenzelfde poëtica aan het werk. Ook voor Ozon staat de boodschap voorop, zij het dat die boodschap nu eerder een New Age-signatuur draagt dan een christelijk. Dat begint al bij het motto: 'leven op aarde is niet de aarde opleven'. Wat volgt is een uitwerking van dit motto, in gedichten die veelal gaan over de natuur, wat de mens haar aandoet en hoe de natuur meer gewaardeerd zou moeten worden. De gedichten zelf zijn eenvoudig van taal, rijmen soms wel, soms niet en kennen verder weinig opsmuk. Het gaat om de boodschap. En daarbij wil Ozon wel eens platgetreden paden bewandelen: 'Een cirkel is / oneindigheid / einde, begin'. Dat is een euvel van een dergelijke boodschapgerichte poëzie. Als de boodschap voorop staat, moet ze ook duidelijk zijn. Ruimte voor experimenten in de semantiek is er niet.
Tegelijkertijd wemelt het in Bronwater van de gelegenheidsgedichten; van spreuken op bakkersovens tot anti-oorlogspoëzie. Ook het gelegenheidsgedicht is zo'n versvorm die in ieder geval tot voor kort met een scheef oog bekeken werd, alhoewel vele Grote Dichters (Vondel bijvoorbeeld) zich er aan gewaagd hebben. Het gelegenheidsgedicht sluit nauw aan bij de boodschapgerichte poëtica, is eigenlijk de perfecte uitingsvorm ervan. Wie een dichter vraagt om een gedicht ter ere van het huwelijk van WA en Maxima wil een gedicht wat daarover gaat, liefst een beetje begrijpelijk en niet een nauwelijks leesbare verhandeling over de ideeënwereld van Plato. Ook dat heeft Ozon goed begrepen maar niet al deze gedichten zijn even sterk. Vaak zijn ze alleen maar dienstbaar, zoals het gedicht 'Brood', dat blijkbaar als motto op de oven van een bakker staat:
De haren van de Aarde waaien
met volle aren
De bakkers maken het graan
tot brood dat behoedt voor
de hongerdood: het voedt
jong en oud, arm en rijk
Voor het brood zijn
wij allen in waarde gelijk
Brood p. 44
Leuk voor die bakker, maar verder? Soms echter maakt de gelegenheid het gedicht, zoals het gedicht over Paradiso of het vers over de Hofvijver. Ozon blijkt toch op haar sterkst als de boodschap er niet zo dik bovenop hoeft te liggen en ze de beschrijving zoekt en de verstilling:
Aan de waterzonhemel
zweeft een vreemde
Victorie Da Vinci
je uitvinding werkt
zij het na eeuwen
Het toestel zwenkt
naar lage lucht
Een moderne Icarus
Vlieger, p. 36
Diana Ozon - Bronwater
Passage, Groningen 2005; 96 blz.; 17,50
ISBN 90 5452 128 7
www.uitgeverijpassage.nl
diana-ozon.nl
Milla van der Have
Zie ook: Bronwater
en: Media over Ozon