Diana Ozon | 22 Oktober 2004Ozon de Maximaal
De site van de Koninklijke Bibliotheek meldt in een biografie van Rene Huigen: "...Hij behoorde met dichters als Diana Ozon en Joost Zwagerman tot de groep van de Maximalen, die zich in 1988 tegen de gevestigde poëzie afzetten..."
Over Ozon de Maximaal maakte ik in mijn biografie, noch in mijn bibliografie tot nu toe melding. Rottend Staal Online heeft de primeur.
DE GEDACHTENBEPAALSOAP (SLOT)
Den Haag/Epibreren - Met de woorden 'René Huigen is werkzaam als vertaler, romancier, dichter en essayist. Hij behoorde met dichters als Diana Ozon en Joost Zwagerman tot de groep van de Maximalen, die zich in 1988 tegen de gevestigde poëzie afzetten' is René Huigen als laatste gedachtenbepaaldichter op de site van de Koninklijke Bibliotheek gepresenteerd.
Diana Ozon, ex-Maximaal? De 'groep van de Maximalen'? Pfffff.... Maar wat kan een mens anders verwachten van bibliotheekmedewerkers die nu al een week lang blijven beweren dat Tjitske Jansens debuut uit 2003 al in 2000 bij een compleet andere dan de werkelijke uitgeverij verscheen.
Toch was de Maximalisering van Ozon door de KB aanleiding genoeg voor onze sterverslaggeefster Liesbeth van Dalsum om in haar British grenen Jaguar XJS V12 te springen en haar zelf eens te vragen hoe dat nu zat, met haar en de Maximalen.
Liesbeth van Dalsum: 'Dag Diana. Hoe zat dat nu echt, met jou en de Maximalen? Je hebt toch nooit tot de Maximalen behoord?'
Diana Ozon: 'Nee. Dat klopt. Toch trad ik eind jaren 80 veel met de Maximalen op...'
Van Dalsum: 'Kind, nu niet overdrijven! De Maximalen bestonden van 24 mei 1988 tot en met 29 september 1989. En geen dag langer - ik weet het nog goed.'
Ozon: 'Jij je zin. In de jaren 1988 en 1989 trad ik veel met de Maximalen op. Met Koos Dalstra (Dalstar) zelfs op internationaal niveau. Ik heb een flink deel van de Maximale
promotietoer meegemaakt en was bij het Rotte Vis-incident met Michaël Zeeman.'
Van Dalsum: 'Hoe rot was die vis nu echt? En klopt het dat dit hele 'incident' in de loop der jaren danig opgeblazen is?'
Ozon: 'Ja maar die vis, heb ik het nou gezien, of kon ik het mij levendig voorstellen... het was in elk geval geen rotte vis, in het Paard in Den Haag, meen ik.'
Van Dalsum: 'Het kan ook in Delft geweest zijn. Of in Leiden. In ieder geval in Zuidholland. Maar daar wil ik het niet over hebben - al weken kissebissen Michaël Zeeman en Joost Zwagerman tot vervelens toe daar nog over na in de ingezonden brievenrubriek van HP/De Tijd. En hoe zat dat toen ook alweer met Elly de Waard. Daar hadden de Maximalen toch ook mot mee?'
Ozon: 'Ik was niet bij de aanvaring met Elly de Waard. Zij had tegen het hengstenbal van het herenelftal een vrouwengroep opgericht: De Nieuwe Wilden. Die hielden een soort oer-slam tegen de Maximalen, in Vredenburg als ik mij niet vergis. Daar was iets met een vredesduif die zich te pletter vloog in de zaal ofzo. Ikzelf zat toen in Griekenland. Er waren in die tijd constant incidenten binnen de poëzie. Die werden vakkundig door de betrokkenen uitgebuit. Het was beslist geen tamme tijd in de poëzie.'
Van Dalsum: 'Het klinkt me meer als much ado about nothing in de oren.'
Ozon: 'Achteraf was het allemaal best rebels en punky maar dan op een redelijk gevestigd niveau. De eerste die zich er weer van distancieerde was Joost Zwagerman. Die had ook wel door dat je als eenling verder kwam en dat na samen te zijn doorgebroken een groep steeds remmender zou gaan werken. Op den duur vond iedereen een eigen uitgever bij wie ze dachten beter af te zijn. Bovendien maakten zaaleigenaren en organisatoren ook zelf hun eigen keuze. Dat werkte ook versplintering in de hand.'
Van Dalsum: 'En terecht!'
Ozon: 'Die optreedboekers wilden er ook meestal een vrouw bij. In veel gevallen was ik dat dus. Ik was voor medewerking aan de bundel uitgenodigd en bleef als laatste vrouw over die ze afwezen voor de bloemlezing.'
Van Dalsum: 'En toch met ze optreden? Nou, zoiets zou ik dus nooit gedaan hebben - wat een arrogante etters!'
Ozon: 'Ahum. De Maximalen hadden een vooropgezet plan maar toch met een statement een hele generatie dichters M/V opgeroepen hun bijdragen voor de bundel in te zenden. Achteraf kwamen ze met dat 'elftal' verhaal. Knipscheer, hun uitgever, was ook de mijne en die promootte achterin de bloemlezing Maximaal mijn bundel Hup de Zee met de slogan: 'Meer maximale poezie bij In De Knipscheer'. Toch was ik van het begin af aan een eenling. Ik vertegenwoordigde een stroming opmezelf: de Popdichters.
Van Dalsum: 'De wát?'
Ozon: 'Er was een Bulkboek-uitgave getiteld Popdichters. Zeer betaalbare literatuur, speciaal geselecteerd voor middelbare scholieren en afgedrukt op krantenpapier. Allerhande klassiekers werden op die wijze aan de jeugd van toen beschikaar gemaakt. Aan Popdichters werkten mee: Johnny van Doorn, J.A. Deelder, Bart Chabot, Simon Vinkenoog, ik, Ton Lebbink, wijlen Casper van den Berg en Herman Brand. Op de laatste twee na, waarvan snel weinig meer werd vernomen in de poëziewereld, waren allen binnen korte tijd goed voor een flink stel ruggen om samen in je zaal te halen. Dat waren nog eens tijden.'
Van Dalsum: 'Dus?'
Ozon: Waren de Popdichters samen op een avondje inmiddels bijna onbetaalbaar. En als we eens samen waren vonden we zonder al te veel woorden die Maximalen maar bezig met intellectuele interessantdoenerij...'
Van Dalsum: 'Juist, ja!'
Ozon: 'Dat de poëzie een geeuwend nijlpaard was wisten we al eeuwen: daarom traden wij ook op. Tegen het slaapverwekkende gemompel. Nee, dat kon niet vaak genoeg gebeuren dus wat dat betreft waren de Maximalen ons meer dan welkom. Er gebeurde tenminste weer eens wat.'
(Rottend Staal Online, 22 oktober 2004)
Zie ook alhier het hoofdartikel Pop vs Poetry