Diana Ozon | 18 Januari 2005Surrealisme in Ruigoord
Zodra surrealisten succes hebben moeten ze het surrealisme verlaten. Met deze verwarrende woorden introduceerde Hans Plomp uitgever Laurens Vancrevel van het surrealistentijdschrift Brumes Blondes bij diens boekpresentatie van de bundel Intermezzo van Emile van Moerkerken. Voor een deel van het publiek een signaal om verder te gaan met waar men eigenlijk voor kwam.
De kinderen renden door de kerk van Ruigoord en de volwassenen maakten een praatje met elkaar onder het genot van een drankje en een rokertje. Toch was het merendeel van het publiek voor deze Woord In Ruigoord-middag behoorlijk stil en aandachtig.
Met gespitste oren vingen wij de namen op van grote surrealisten die niet meer onder ons waren zoals Gertrude Pape, van wie pas één bundel bestaat en van wie alsnog werk moet worden uitgegeven, Theo van Baaren, Hendrik Cramer, de Curaçaose surrealist Oda Blinder en Emile van Moerkerken. Een kleine eeuw tegencultuur passeerde de revue. De uitgever hield een college doorspekt met belezen woorden zoals over een dichter wiens werk niet reçu was. Lak aan alle regels, ook aan de creatieve, benadrukte Laurens Vancrevel.
Hans Plomp had in een introducerend pleidooi aangegeven dat de surrealisten het gedachtegoed van de bohémiens en dadaïsten hadden overgenomen en doorgegeven. Een anarchistische levenshouding die uiteindelijk werd doorgevoerd in punk en tot vandaag klinkt in het vrije woord in gemeenschappen als de kraakbeweging en Ruigoord. Kort gezegd van Appolinaire tot de hedendaagse slamrapper. In de zwaar culturele voordrachten en toespraken onderstreepten de sprekers Plomps woorden. Ondanks alle beeldende taal waarmee men het surrealisme van destijds en heden illustreerde was het vooral een poëzielezing.
Michèle Elburg, weduwe van Jan G. Elburg, las diens gedichten voor uit de eveneens bij Brumes Blondes verschenen bundel De Gelijkenis van de Zeekoe. Kalm en welluidend zoals zij dat haar echtgenoot zijn lezingen had horen doen. Zo las zij ook het gedicht Taalgebruik.
TAALGEBRUIK
Hoe zou het knipmes anders buigen
dan als een ober en jawel
het paard bevindt zich
net niet meer onder de getilde dichter.
Dingen en dieren
hebben hier geen woorden voor.
Jan G. Elburg
In de pauze betrad Lehmann het podium waarop Johanna de Wit accordeon speelde en zong spontaan een lied. Jammer was dat afgezien van twee collages in de bundel Intermezzo er voor de toeschouwer geen visuele ondersteuning van het surrealisme was. Het bleef bij woorden.
Prachtige woorden zoals die van K. Schippers die de taal even liet dansen en echt in cadans tot leven komen. De verdere voordrachten waren eerder introducerend, memorerend en ondersteunend.
Zo ook het betoog over het surrealistische tijdschrift De Schone Zakdoek en de oude surrealisten door Louis Lehmann zelf: "Surrealisten spraken altijd over van alles met elkaar behalve over het surrealisme.
Ook Alida Beekhuis, samenstelster van de bundel samen met Laurens Vancrevel, haalde de humor terug. Ze verhaalde hoe ze als jongere kennis maakte met de surrealisten die vertelden waar ze zoal hun favoriete gelegenheden hadden maar niet uitlegden wat daar dan voor belangrijks gebeurde. Mij leek het erop dat de surrealisten hardnekkig hun best deden hun eigen succes te ondergraven: geheel in traditie.
Alida herinnerde zich nog een merkwaardige gebeurtenis. "De kraaien die de kist van Emile van Moerkerken droegen konden diens graf niet vinden en bleven met de kist op de schouders door de regen sjouwen over de begraafplaats."
Een betere metafoor is ondenkbaar. Laat ze nog maar lang wachten tot het surrealisme kan worden bijgezet tussen de dode culturen.
TAALGEBRUIK Jan G. Elburg
uit DE GELIJKENIS VAN DE ZEEKOE
Brumes Blondes Amsterdam 2004
ISBN 90-77414-03-7
Eric Terduyn
Emile van Moerkerken
INTERMEZZO
Brumes Blondes Amsterdam 2004
ISBN 90-77414-02-9
Meer informatie over L. Th Lehmann en het surrealisme
meer over Emile van Moerkerken
en over Brumes Blondes
en via Google:
K. Schippers (1936)
Louis Lehmann (1920)
Emile van Moerkerken (1916-1995)
Jan G. Elburg (1919-1992)
Theo van Baaren (1912-1989)
Gertrude Pape (1907-1988).
Oda Blinder (1918-1969)
Andre Breton (1896-1966)
Hendrik Cramer (1884-1944)
Guillaume Apollinaire (1880-1918)