Diana Ozon | 29 Februari 2004Paradiso Stills
Paradiso, poptempel aan het Amsterdamse Leidseplein, was ooit synoniem voor flowerpower maar werd in de tweede helft van de jaren zeventig wakkergeschud door nieuwe bands die met niet te stuiten snelle muziek het bloed uit hun vingers speelden en de ingeslapen Hippietempel tot Punkhel omtoverden. Inmiddels werd het allemaal Historie, veel veranderde en velen veranderden, alleen wat werd vastgelegd bleef als momentopname achter.
Een Fanzinerecentie uit 1979 (KoeCrandt 32, verslag concert Members):
'Het publiek bleef actief, pogode driftig, tientallen Punks bestegen het podium, eerst werden ze nog in het publiek terug gesmeten maar later was er geen houen meer aan. Tijdens de tweede comeback stond het podium helemaal vol maar de band werd daardoor niet gehinderd...'
Vloedgolven bier werden door het publiek geofferd. Stromen spuug, opruiende folders, kledingstukken, brandblusschuim, bakken water, verf en vuurwerk vlogen over en weer ofschoon een inscriptie Solo Deo Gloria boven de band alleen aan God de eer gaf. Voorbijgaande autolichten schenen door hoge kerkramen. In het broeierige duister hoste de uitzinnige menigte glanzend van het zweet op de glibberige dansvloer. Aan de zijdeuren was men druk bezig die open te krijgen omdat het uitverkocht was, de buitengeblevenen blut waren of gewoon voor de frisse lucht. Staand werden de joints bij de garderobe, op de flipperkast, naast de telefoon en op de richeltjes van de neoklassieke architectuur gedraaid want relaxed liggen was voorbij en net als op de grond zitten te passief. Over bloedstollende knokpartijen zal ik niet uitweiden, het is al te sick, de meeste mensen kwamen om te dansen, blowen, drinken en contact op te doen. Overal in de zaal waren vaste plekken waar de diverse groepjes vrienden zich tijdens drukke concerten verzamelden. Veel kans op een goed gesprek was er niet, meestal stond de muziek zo hard dat je oren uren later thuis nog suisden en je je stem verloor bij het schreeuwen. 'Wat ben jij schor?' 'Ja ik ben gisteren naar Par' geweest'.
Voor nieuws en zaken ging je de gang op. Bij de toiletten vonden de meeste debatten plaats. Sommigen brachten daar de halve avond door. Het gastenboek stond aan de binnenkant van de pledeuren maar graffiti was verboden, wie betrapt werd moest schilderen, en een hoofdstedelijke graffitimeester kwam er een tijd niet meer in. De staf regeerde de tent met een strenge Kostschoolmentaliteit. Sluitingstijd kon je rekken door met de uitsmijters aan te pappen, ze kende alle plakkers bij naam, hielden we een langzaamaan axie, werden we één voor één gevraagd te gaan. Dan lag de vloer bezaaid met platgetrapte plastic bierbekers en werden we uiteindelijk onder het geluid van krakend plastic naar de uitgang geveegd. De young and beautiful waren al lang weg, alleen het schuim van de stad bleef achter.
Onder de fanatieke bezoekers bevond zich MAX NATKIEL. Hij werd zich tijdens het vertier bewust van de tijdelijke aard van dit alles wat hij steeds met zoveel plezier weer opzocht. Vanaf 1980 besloot hij een camera mee op concertbezoeken en naar gelegenheidsavonden mee te nemen om de vergankelijkheid stil te zetten. Nog net op tijd om het einde van de eerste Punkgolf en de overgang naar de jaren tachtig met haar verscheidenheid van Skins, Rude Boys, Rasta's, Rockers, Molukkers, Teds, Mods, Autonomen, Heavy Metal Rockers en nog steeds Punks in hun internationale subculturele ontmoetingscentrum te vereeuwigen. Veel van de geregistreerden zijn naamloze vrienden van Max Natkiel. Het werd geen reportage over Paradiso, nergens krijgt men het beeld van de overvolle poptempel, maar een serie van duizenden portretten van haar bezoekers die door de jaren heen genomen de sfeer van een generatie weergeven en zo zijn vastgelegd dat ze eerder eenzaamheid uitstralen. In Paradiso kwamen eenlingen die van de heersende mode afweken bijeen en vormden door hun gezamenlijke muzikale voorkeur nieuwe woeste stammen. Het uiterlijk werd een medium van communicatie dat innerlijke gevoelens weerspiegelde. Spiegels waren overal te vinden, tijdens het wachten aan de drukke bierbar zag men zichzelf grauwbleek in het felle licht tussen andere wachtenden staan. Spiegels om jezelf in te controleren, te regisseren voor de film waarin je de hoofdrol speelde omdat jen nou eenmaal geboren was. De film waarin ieder zijn eigen text, kostumering, grime en kapsel maakte, waarvan het scenario nooit op vrije fantasie maar op fel realisme berustte. Voor de film die zich in Paradiso afspeelde maakte Max de vitrinefoto's, de STILLS in vaktermen. Dit boek is de vitrine van een bioscoop die 'Het menselijk brein' heet, waar het scherm altijd sneeuwig gestoord is tot een foto op het doek verschijnt en een film aan herinneringen uit ons geheugen trekt. Foto's zijn altijd van vroeger.
Paradiso Stills
Max Natkiel, fotografie
Diana Ozon, tekst
Stichting Fragment Foto 1986
ISBN 90 65790 179
Het gedicht Paradiso Stills, geschreven Diana Ozon voor het tijdschrift Vinyl ter gelegenheid van Max Natkiel's fotoboek zal in de bundel Bronwater verschijnen.
Naar aanleiding van Paradiso Stills is door Alfred B. Broer een documentaire gemaakt Punk Lang Leve De Lol
De gelijknamige film Paradiso Stills, waarin alle gefotografeerden uit het boek voor de filmcamera worden gehaald is in voorbereiding bij Marc Geerards en Jaap Pieters.
Translation: Paradiso Stills (English)
Traduction: Paradiso Stills (Français)
Verwante artikelen: Olie Buma in Paradiso
Voor meer titels van Diana Ozon zie: Bibliografie