Diana Ozon | 05 Maart 2004Artikel Surplus jul/aug 1994
Surplus, tweemaandelijks tijdschrift over literatuur van vrouwen, jaargang 8, nr 4, juli/augustus 1994
Dien de Boer (Dien de Boer is freelance publiciste)
VROUW & MEDIA
Verslaafd aan communicatie
Gesprek met computerredactrice Diana Ozon
'Het is een soort bevlogenheid, krantjes maken. Je hebt een verhouding met een blad. Het is een reden om contacten te onderhouden, je hoort bij een groepje en je kunt eigen werk en dat van anderen direct publiceren.'
Diana Ozon begon in 1991 met het ontwerp voor Ozons Letterboard. Dit is een letterkundige berichtenafdeling binnen de zogenaamde bulletinboardsystemen. Het is de enige plaats in (digitaal) Nederland waar een professioneel dichter met goed fatsoen een gedicht kan neerzetten, zegt hoofdredacteur Diana Ozon. Via een modem en een telefoon kan men in het Letterboard binnenkomen, dat deel uitmaakt van een groter systeem, Cybertag, met meerdere netwerken op het gebied van de kunst.
In feite is Letterboard een permanent opvraagbare literaire krant, 24 uur per dag beschikbaar, altijd leverbaar in een onbepaalde oplage. Nooit gaat er meer iets verloren. Iedereen kan er iets inzetten (uploaden), een bijdrage leveren aan discussies of iets ophalen in de bibliotheek (downloaden).
Diana Ozon ontwierp ook tekeningen voor Letterboard. Op het beginscherm verschijnt een geabstraheerde Ozon - te herkennen aan de wijduitstaande blonde haardracht die zij al jaren heeft. Daarna kan uit verschillende ruimtes gekozen worden: podium, forum, bibliotheek, salon en Zipkrant. Een kennis van mij is systeemoperator, hij bood me een plaats in Cybertag. Ik kocht een modem en zo ben ik begonnen. Letterboard is opgezet overeenkomstig een festival als Poetry International. Met het technische gedeelte heb ik niets te maken, dat is het werk van de systeembeheerder.
Ik begon met de Koekrant, een punkkrantje, daarin heb ik gedebuteerd. De punkcultuur was een typische doe-het-zelf cultuur, iedereen deed iets. Al mijn vrienden zaten in bandjes, ik geloof dat er nog nooit zoveel bandjes in Nederland zijn geweest als in die tijd. De mensen met een bril, de studiebollen als ik, gaven krantjes uit. Daarna kwam de Zebrakrant (genoemd naar het kraakpand met zebramotief aan de Sarphatistraat te Amsterdam, waar Diana woont, DdB), een bibliofiel, gefotokopieerd dingetje dat ik zelf op de fiets naar de boekwinkel bracht. De Zebrakrant kreeg steeds meer kaliber, dichters als Louis Lehmann en Simon Vinkenoog publiceerden erin. Als er werd opgebeld om meer exemplaren moest ik door de regen naar de boekhandel. Dat is nu verleden tijd. Nu is het een virtuele club. Je kunt het een soort communicatieverslaving noemen, dat bladen maken.
Diana Ozon maakte deel uit van de Popdichters, die in 1982 als zodanig werden gelanceerd door Bulkboek. Ze trad als enige vrouw op met Jules Deelder, Bart Chabot, Johnny van Doorn. Om half één s nachts een groep van 600 hardrockers stil krijgen, dat is de taak van een popdichter. De verstaanbaarheid van de teksten is heel belangrijk. Er zijn veel linken met de muziek, onze poëzie had vaak maatschappelijke themas. Zij is nu een veelgevraagd podiumdichteres. Gisteravond trad ik op in Tilburg, het eerste optreden in een vrij lange boekenweektournee, ik voelde me weer als een vis in het water. Ik vind optreden heerlijk, ben uit op de interactie met het publiek... Daar heb je het weer, communicatieverslaving.
Computertaal
Mijn computergedichten staan los van mijn overige werk, al begint het de laatste tijd wel met elkaar te mixen. Er komen buitenlandse termen in voor. Oorspronkelijk ben ik de computergedichten gaan schrijven om mij de terminologie eigen te maken. De Engelse begrippen wilde ik op een eenvoudige manier naar het Nederlands halen. De computertaal is een samengestelde taal, je kunt er internationaal mee communiceren. Steeds komen nieuwe woorden onze taal binnen, daar ben ik niet tegen.Taal moet in beweging zijn, het is een voertuig.
Computergedichten vallen voor mij onder de turbo-poëzie, een benaming die vooral gebaseerd is op het soort woorden dat erin wordt gebruikt, buitenlandse termen.
Deze hele data-communicatie is een voorafspiegeling van een samenleving waarin het individu steeds meer in huis wordt terug gedrongen. Mensen die ik ken vertellen dat ze steeds minder naar de echte kroeg gaan, maar s nachts, als ze behoefte hebben aan gezelligheid, zitten te chatten in het café van de Digitale Stad. Er komt geen lichamelijke confrontatie aan te pas en het prettige is waarschijnlijk voor veel mensen dat je zo weer kunt vertrekken, niemand weet waar je zit. Nederland heeft een hoge modemdichtheid, ons klimaat is er zeer geëigend voor.
Redactiewerk
Elke dag ga ik even kijken in Letterboard. Ik heb helemaal moeten leren de redactie op afstand te voeren, ook redactie-technisch gezien. In het werk van anderen zit ik niet snel te knippen, ik ben uiterst coulant. Wat ik er onmiddellijk uit haal, zijn de zogenaamde foute -ismen; racistische, seksistische of fascistische teksten. Ik stuur een boodschap als iets sick is: uw bericht wordt niet op prijs gesteld en is verwijderd. Het gaat mij niet om veel bijdragen, maar om goede bijdragen. Ik vind weleens dat iemand gemakzuchtig omspringt met zijn gedichten, dat ze te snel af zijn. Maar ja, wan neer is een gedicht af? Dat is een discussie op zich. Wanneer in de salon gechat wordt zonder dat het een raakvlak heeft met de literatuur, verwijs ik naar andere bulletinboardsystemen. Wat ik fantastisch vind, is dat je nu mooie conversaties kunt bewaren. Vroeger had ik geen registratie van wat ik allemaal besprak met mijn vriendinnen. Mooie alineas kan ik nu bewaren, combineren en door spelen naar anderen.
Ik heb mijzelf opzettelijk het Letterboardbeheer genoemd, de onzijdige vorm. Dat is wat afstandelijker. Ik zie het als mijn taak het amateurgehalte steeds verder terug te dringen. Dat lukt en ik verbaas me hoe snel dat gaat. Ik nodig dichters uit, onlangs heb ik Esther Jansma gevraagd. Degenen die op een computer werken, wil ik mee laten profiteren van het systeem.
Ongeveer een keer in het kwartaal maak ik een compilatie van alles wat is binnengekomen, de Zipkrant. Als er geen redactie wordt gevoerd is het systeem dood, als een huis dat leeg staat, waar zich van alles in nestelt, waar duiven in en uit vliegen. Letterboard is nog lang niet klaar, ik wil de afbeelding in het begin weghalen en de redactie uitbreiden zodat ik eens op vakantie kan.
In tegenstelling tot andere literaire bladen als Bzzlletin, Maatstaf en Surplus is Letterboard niet gebonden aan themas of aan een bepaalde context. Het heeft een open eeuwigheidsstructuur. Van concurrentie is dus geen sprake. Trouwens, het gedrukte woord is een heel ander medium, daarbij nemen de hersens zoveel meer informatie op dan via een scherm. Bij mij staat de inktpot naast de computer op het bureau. Ik schrijf mijn gedichten nog steeds met vloeibare inkt, dat is een soort liefdesband met het papier. Nee, wat mij betreft gaat het geschreven woord nooit verloren.
Zie: Compoezie
Meer: Media Over Ozon